Skip to main content

Het juiste aantal blusmiddelen bepalen voor je bedrijfspand is een belangrijke veiligheidsvraag waar veel ondernemers mee worstelen. Voor een effectieve brandbeveiliging moet je rekening houden met de grootte van je pand, het type activiteiten dat er plaatsvindt, de aanwezige materialen en de geldende wet- en regelgeving. Een goede vuistregel is dat je minimaal één blusmiddel per 200 m² moet hebben, met een maximale loopafstand van 20 meter naar het dichtstbijzijnde blusmiddel. Daarnaast spelen factoren zoals brandklassen, vluchtroutes en specifieke risicozones een belangrijke rol bij het bepalen van het exacte aantal en type blusmiddelen dat je nodig hebt.

Waarom is het juiste aantal blusmiddelen zo belangrijk voor bedrijven?

Het juiste aantal blusmiddelen is belangrijk omdat dit direct invloed heeft op de veiligheid van je werknemers en de continuïteit van je bedrijf. Bij een beginnende brand kunnen adequate blusmiddelen het verschil maken tussen een klein incident en een verwoestende brand. Veel beginnende branden kunnen succesvol worden geblust met een goed geplaatste brandblusser, waardoor grotere schade en bedrijfsonderbreking worden voorkomen.

Naast de directe veiligheidsvoordelen spelen ook wettelijke aansprakelijkheid en verzekeringseisen een belangrijke rol. Als werkgever ben je volgens de Arbowetgeving verplicht om een veilige werkomgeving te bieden. Dit betekent dat je niet alleen voldoende blusmiddelen moet hebben, maar deze ook strategisch moet plaatsen en regelmatig moet laten onderhouden. Verzekeraars stellen vaak specifieke eisen aan brandbeveiliging en blusmiddelen voordat ze dekking bieden.

De gevolgen van onvoldoende blusmiddelen kunnen verstrekkend zijn. Denk aan persoonlijk letsel, materiële schade, productieverlies en mogelijk zelfs juridische consequenties. Daarentegen biedt adequate brandbeveiliging niet alleen bescherming, maar ook gemoedsrust voor jou als ondernemer en vertrouwen bij je medewerkers dat hun veiligheid serieus wordt genomen.

Welke wettelijke voorschriften gelden er voor blusmiddelen in Nederland?

De wettelijke voorschriften voor blusmiddelen in Nederland zijn vastgelegd in verschillende regelgevingen die elkaar aanvullen. Het Bouwbesluit 2012 vormt de basis en stelt eisen aan de brandbeveiligingsvoorzieningen in gebouwen. Voor nieuwbouw en bestaande bouw gelden verschillende normen, waarbij de gebruiksfunctie van het gebouw bepaalt welke specifieke eisen van toepassing zijn.

De Arbowetgeving vereist dat werkgevers zorgen voor voldoende en geschikte blusmiddelen op de werkplek. Dit wordt verder uitgewerkt in het Arbobesluit, waarin staat dat blusmiddelen aanwezig moeten zijn die zijn afgestemd op de aard van de mogelijke branden. De NEN-normen, zoals NEN 2559 voor draagbare blustoestellen en NEN-EN 671 voor brandslanghaspels, geven technische specificaties en onderhoudsrichtlijnen.

Voor verschillende gebouwtypen gelden specifieke verplichtingen. Kantoorgebouwen hebben andere eisen dan productieomgevingen of opslagruimtes met gevaarlijke stoffen. Inspectie-eisen schrijven voor dat blusmiddelen jaarlijks moeten worden gekeurd door een gecertificeerd bedrijf. Deze keuring omvat een visuele inspectie, functietest en indien nodig het vervangen van onderdelen. Bedrijven moeten deze keuringen documenteren in een logboek als bewijs van compliance.

Het is belangrijk om te weten dat de regelgeving grotendeels afhankelijk is van de gemeente waarin je pand zich bevindt. Lokale brandweervoorschriften kunnen aanvullende eisen stellen bovenop de landelijke wetgeving. Daarom is het verstandig om contact op te nemen met je gemeente of een brandveiligheidsadviseur voor specifiek advies over de reglementen die in jouw werkgebied van toepassing zijn.

Hoe voer je een risicoanalyse uit voor het bepalen van blusmiddelen?

Een risicoanalyse uitvoeren voor het bepalen van blusmiddelen begint met een systematische inventarisatie van alle brandrisico’s in je bedrijfspand. Start met het in kaart brengen van de verschillende ruimtes en hun functies. Noteer per ruimte welke activiteiten er plaatsvinden, welke materialen er aanwezig zijn en hoeveel mensen er gewoonlijk verblijven.

Bij het identificeren van brandgevaarlijke zones let je vooral op plaatsen waar warmtebronnen, brandbare materialen en ontstekingsbronnen bij elkaar komen. Denk aan serverruimtes met veel elektronica, keukens met kooktoestellen, werkplaatsen met laswerkzaamheden of opslagruimtes met brandbare vloeistoffen. Voor elke zone bepaal je de waarschijnlijkheid van brand en de mogelijke impact.

De beoordeling van aanwezige materialen is belangrijk voor het kiezen van de juiste blusmiddelen. Verschillende materialen vereisen verschillende blustechnieken:

  • Vaste stoffen zoals hout, papier en textiel (brandklasse A)
  • Brandbare vloeistoffen zoals benzine en olie (brandklasse B)
  • Gassen zoals propaan en butaan (brandklasse C)
  • Metalen zoals magnesium en aluminium (brandklasse D)
  • Elektrische installaties onder spanning

Het in kaart brengen van vluchtroutes en bereikbaarheid is de laatste stap. Teken een plattegrond waarop je aangeeft waar blusmiddelen strategisch geplaatst kunnen worden. Zorg dat ze goed bereikbaar zijn vanaf werkplekken en vluchtwegen, maar niet de evacuatie hinderen. Houd rekening met de maximale loopafstand van 20 meter en plaats extra blusmiddelen bij specifieke risicozones.

Wat zijn de richtlijnen voor het aantal blusmiddelen per vierkante meter?

De richtlijnen voor het aantal blusmiddelen per vierkante meter zijn gebaseerd op praktische vuistregels die zorgen voor adequate dekking. Voor standaard kantoorruimtes geldt meestal één blusmiddel per 200 m² als uitgangspunt. Dit betekent dat een kantoor van 600 m² minimaal drie blusmiddelen nodig heeft, strategisch verdeeld over de ruimte.

Voor productieomgevingen en werkplaatsen gelden vaak strengere normen vanwege de hogere risico’s. Hier kan de richtlijn één blusmiddel per 150 m² of zelfs per 100 m² zijn, afhankelijk van de specifieke activiteiten. In opslagruimtes met brandbare materialen moet je rekening houden met nog hogere dichtheden en mogelijk aanvullende blussystemen zoals automatische sprinklerinstallaties.

De loopafstand tot blusmiddelen is net zo belangrijk als het aantal. De maximale loopafstand bedraagt 20 meter voor de meeste situaties, maar bij verhoogd risico kan dit worden teruggebracht tot 10 of 15 meter. Dit betekent dat je in grote ruimtes meerdere blusmiddelen moet plaatsen, ook al zou één blusmiddel qua oppervlakte voldoende zijn.

Bij gebouwen met meerdere verdiepingen plaats je op elke verdieping voldoende blusmiddelen volgens dezelfde richtlijnen. Let extra op trappenhuizen en vluchtroutes – hier moeten altijd blusmiddelen in de buurt zijn. Voor specifieke ruimtes zoals serverruimtes, keukens of technische ruimtes gelden vaak aanvullende eisen, ongeacht de oppervlakte.

Welke soorten blusmiddelen heb je nodig voor verschillende brandrisico’s?

De soorten blusmiddelen die je nodig hebt, hangen direct samen met de brandklassen die in je bedrijf kunnen voorkomen. Poederblussers zijn veelzijdig en geschikt voor brandklassen A (vaste stoffen), B (vloeistoffen) en C (gassen). Ze zijn effectief maar laten veel residu achter, waardoor ze minder geschikt zijn voor ruimtes met gevoelige apparatuur.

Schuimblussers zijn ideaal voor branden van vaste stoffen en brandbare vloeistoffen. Ze vormen een laag over het brandende materiaal waardoor zuurstoftoevoer wordt afgesloten. Voor kantooromgevingen zijn schuimblussers vaak de eerste keuze omdat ze effectief zijn en relatief weinig nevenschade veroorzaken.

CO2-blussers zijn specifiek geschikt voor elektrische branden en laten geen residu achter. Dit maakt ze perfect voor serverruimtes, schakelkasten en andere ruimtes met elektronica. Het nadeel is dat CO2 geen nakoelend effect heeft, waardoor herontsteking mogelijk blijft.

Voor specifieke situaties zijn er gespecialiseerde blusmiddelen:

  • Waterblusser of brandslanghaspel voor grote branden van vaste stoffen
  • Vetblusser (klasse F) voor keukens met frituurinstallaties
  • Metaalbrandblusser (klasse D) voor bedrijven die met brandbare metalen werken

De juiste combinatie van blusmiddelen zorgt voor optimale bescherming. In de meeste bedrijfspanden is een mix van schuim- en CO2-blussers voldoende, aangevuld met specifieke blusmiddelen voor bijzondere risico’s.

Hoe zorg je voor optimale plaatsing en onderhoud van blusmiddelen?

Optimale plaatsing van blusmiddelen begint met het kiezen van strategische locaties die goed zichtbaar en gemakkelijk bereikbaar zijn. Plaats blusmiddelen bij uitgangen, in gangen en bij specifieke risicozones. De ideale montagehoogte is tussen 1 en 1,20 meter (gemeten vanaf de vloer tot de bovenkant van het blusmiddel), zodat ze voor iedereen bereikbaar zijn.

Signalering en zichtbaarheid zijn belangrijk voor snelle lokalisatie tijdens een noodsituatie. Gebruik duidelijke pictogrammen en eventueel noodverlichting bij blusmiddelen zodat ze ook bij stroomuitval zichtbaar blijven. Zorg dat blusmiddelen niet worden geblokkeerd door meubilair, voorraad of andere obstakels.

Het onderhoud van blusmiddelen is wettelijk verplicht en bestaat uit verschillende componenten. Maandelijks moet intern iemand een visuele controle uitvoeren: zijn de blusmiddelen nog aanwezig, onbeschadigd en is de verzegeling intact? Deze controles registreer je in een logboek.

Jaarlijks onderhoud moet worden uitgevoerd door een gecertificeerd onderhoudsbedrijf. Tijdens deze inspectie worden blusmiddelen grondig gecontroleerd, getest en waar nodig gerepareerd. Elke vijf jaar is uitgebreid onderhoud nodig waarbij de vulling wordt vervangen. Ook deze onderhoudsbeurten worden gedocumenteerd voor compliance-doeleinden.

Het bijhouden van een digitaal of fysiek logboek is belangrijk voor het aantonen van compliance bij inspecties. Noteer alle controles, onderhoudsbeurten, gebruikte blusmiddelen en vervangingen. Dit logboek vormt het bewijs dat je als werkgever je verantwoordelijkheid voor brandveiligheid serieus neemt.

Het bepalen van het juiste aantal blusmiddelen voor je bedrijf vraagt om een zorgvuldige afweging van wettelijke eisen, praktische richtlijnen en specifieke risico’s. Door een grondige risicoanalyse uit te voeren, de juiste types blusmiddelen te kiezen en deze strategisch te plaatsen, creëer je een veilige werkomgeving. Vergeet niet dat regelmatig onderhoud en goede instructies aan je personeel net zo belangrijk zijn als het hebben van voldoende blusmiddelen. Voor specifiek advies over jouw situatie is het verstandig om contact op te nemen met een brandveiligheidsspecialist. Bij Masset helpen we je graag verder met het bepalen van de optimale brandbeveiliging voor jouw bedrijf.