Skip to main content

In 2025 gaan er belangrijke wijzigingen komen in de Nederlandse wetgeving rondom brandveiligheid gebouwen. De nieuwe sprinklerplicht stelt strengere eisen aan verschillende categorieën gebouwen, waarbij vooral hoogbouw, zorginstellingen en gebouwen met verminderd zelfredzame personen te maken krijgen met aangescherpte regelgeving. Deze verplichtingen vloeien voort uit het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) dat sinds 2024 geleidelijk wordt ingevoerd met als doel de brandveiligheid in Nederland verder te verbeteren.

Nieuwe sprinklerplicht 2025: wat betekent dit voor gebouweigenaren?

De nieuwe sprinklerplicht 2025 brengt aanzienlijke veranderingen met zich mee voor gebouweigenaren in Nederland. Deze aangescherpte brandbeveiliging regelgeving vloeit voort uit het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) dat het oude Bouwbesluit 2012 heeft vervangen. De belangrijkste wijziging betreft de uitbreiding van categorieën gebouwen die verplicht een sprinklerinstallatie moeten hebben.

Voor veel gebouweigenaren betekent dit dat je moet investeren in brandveiligheidssystemen die voorheen niet verplicht waren. De achtergrond van deze regelgeving ligt in de noodzaak om de brandveiligheid in Nederland naar een hoger niveau te tillen, vooral na verschillende incidenten in binnen- en buitenland waarbij duidelijk werd dat bestaande maatregelen niet altijd toereikend zijn.

De impact verschilt per sector. Zorginstellingen en gebouwen met verminderd zelfredzame personen krijgen te maken met de strengste eisen, terwijl voor kantoorgebouwen en industriële panden andere drempelwaarden gelden. Het is belangrijk om tijdig te beginnen met de voorbereidingen, omdat de implementatie van een professionele sprinklerinstallatie tijd kost en aan specifieke certificeringseisen moet voldoen.

Welke categorieën gebouwen vallen onder de sprinklerplicht?

Verschillende categorieën gebouwen vallen onder de nieuwe sprinklerplicht, waarbij de criteria vooral bepaald worden door de gebruiksfunctie, hoogte en oppervlakte van het gebouw. Hoogbouw vormt een belangrijke categorie, waarbij gebouwen hoger dan 50 meter met een woonfunctie automatisch onder de verplichting vallen. Voor gebouwen waar geslapen wordt, zoals hotels en studentencomplexen, gelden vergelijkbare eisen.

Zorginstellingen krijgen te maken met extra strenge regelgeving. Gebouwen waar verminderd zelfredzame personen verblijven moeten al vanaf een hoogte van 30 meter aan de sprinklervereisten voldoen. Dit geldt voor verpleeghuizen, ziekenhuizen met bedgebied, en instellingen voor gehandicaptenzorg. Ook kinderopvanglocaties met slaapfaciliteiten vallen onder deze categorie.

Onderwijsgebouwen hebben specifieke criteria waarbij vooral de combinatie van vloeroppervlakte en het aantal verdiepingen bepalend is. Hotels en logiesgebouwen moeten vanaf bepaalde afmetingen verplicht sprinklers installeren, waarbij de exacte grenzen afhangen van factoren zoals het aantal kamers en de totale oppervlakte. Voor industriële gebouwen en opslagfaciliteiten gelden weer andere normen, vooral wanneer er brandgevaarlijke stoffen worden opgeslagen.

Wat zijn de exacte hoogte- en oppervlaktegrenzen voor sprinklerinstallaties?

De exacte hoogte- en oppervlaktegrenzen voor verplichte sprinklers zijn nauwkeurig vastgelegd in het Bbl. Voor woongebouwen geldt een hoogtelimiet van 50 meter boven het meetniveau, waarbij het meetniveau wordt bepaald door het aansluitende terrein. Bij gebouwen met verminderd zelfredzame personen ligt deze grens aanzienlijk lager, namelijk bij 30 meter.

Wat betreft vloeroppervlakte gelden verschillende drempelwaarden per gebouwtype. Voor kantoorgebouwen wordt vaak een grens van 5.000 m² per verdieping gehanteerd, terwijl voor opslagruimten met brandgevaarlijke stoffen al vanaf 1.000 m² sprinklerinstallaties verplicht kunnen zijn. De meetmethoden zijn strikt gedefinieerd: de oppervlakte wordt gemeten tussen de binnenzijden van de scheidingsconstructies, en bij schuine daken wordt gemeten op een hoogte van 1,5 meter.

Er bestaan specifieke uitzonderingen op deze regels. Monumentale panden kunnen onder bepaalde voorwaarden vrijstelling krijgen, mits alternatieve brandveiligheidsmaatregelen worden getroffen. Ook voor tijdelijke gebouwen en constructies met een gebruiksduur korter dan twee jaar gelden aangepaste normen. Het is belangrijk om te weten dat bij verbouwingen waarbij meer dan 50% van de draagconstructie wordt vervangen, de nieuwe eisen volledig van toepassing worden.

Hoe verschilt de sprinklerplicht tussen nieuwbouw en bestaande gebouwen?

Het verschil in sprinklerplicht tussen nieuwbouw en bestaande gebouwen is aanzienlijk en kent verschillende overgangsperiodes. Voor nieuwbouw gelden de sprinklervereisten Nederland direct vanaf het moment van vergunningverlening. Dit betekent dat alle nieuwe gebouwen die aan de criteria voldoen, vanaf de bouwfase rekening moeten houden met de integratie van sprinklerinstallaties.

Bestaande gebouwen krijgen te maken met een gefaseerde invoering. Gebouwen met de hoogste risicoprofielen, zoals zorginstellingen met verminderd zelfredzame bewoners, moeten als eerste voldoen aan de nieuwe eisen. Voor deze categorie geldt vaak een overgangsperiode van twee tot drie jaar. Reguliere kantoorgebouwen en wooncomplexen krijgen doorgaans een langere periode om de noodzakelijke aanpassingen door te voeren.

Monumentale panden en gebouwen met een bijzondere status kunnen aanspraak maken op uitzonderingsregelingen. Hierbij wordt gekeken naar de cultuurhistorische waarde en de technische haalbaarheid van het installeren van sprinklers. In veel gevallen kunnen alternatieve maatregelen worden toegepast, zoals het installeren van geavanceerde branddetectiesystemen in combinatie met compartimentering.

Welke alternatieven voor sprinklers worden geaccepteerd?

Verschillende alternatieven voor traditionele sprinklerinstallaties worden onder bepaalde omstandigheden geaccepteerd als gelijkwaardige oplossingen. Watermistsystemen vormen een populair alternatief, vooral in gebouwen waar waterschade minimaal moet blijven, zoals datacenters of musea. Deze systemen gebruiken aanzienlijk minder water en kunnen even effectief zijn in het bestrijden van brand.

Compartimentering in combinatie met rookbeheersing kan in bepaalde gevallen als alternatief dienen. Dit houdt in dat het gebouw wordt opgedeeld in brandcompartimenten met een brandwerendheid van minimaal 120 minuten, aangevuld met systemen voor rookafvoer en overdrukinstallaties in vluchtwegen. Voor gebouwen waar de installatie van leidingen technisch complex is, kan dit een werkbaar alternatief zijn.

Andere geaccepteerde oplossingen omvatten gasblussystemen voor specifieke ruimtes, uitgebreide branddetectie met automatische alarmering naar de brandweer, en het gebruik van professionele blusmiddelen in combinatie met getraind personeel. De keuze voor een alternatief moet altijd worden onderbouwd met een gelijkwaardigheidsverklaring en goedkeuring van het bevoegd gezag. Ook moet worden aangetoond dat het gekozen systeem minimaal dezelfde veiligheid biedt als een traditionele sprinklerinstallatie.

Belangrijkste aandachtspunten sprinklerplicht 2025

De belangrijkste aandachtspunten voor de sprinklerplicht 2025 vereisen directe actie van gebouweigenaren. Ten eerste moeten gebouweigenaren voor 1 januari 2025 een inventarisatie maken of hun gebouw onder de nieuwe regelgeving valt. Dit betekent het controleren van hoogtes, oppervlaktes en gebruiksfuncties tegen de vastgestelde criteria. Vervolgens is het verstandig om tijdig contact op te nemen met een gecertificeerde installateur voor een haalbaarheidsonderzoek.

Certificeringseisen spelen een belangrijke rol in het proces. Alle sprinklerinstallaties moeten voldoen aan de NEN-EN 12845 norm en worden geïnstalleerd door erkende bedrijven. Na installatie is een productcertificaat vereist, waarbij de installatie wordt gecontroleerd door een onafhankelijke inspectie-instelling. Ook het onderhoud moet worden uitgevoerd volgens vastgestelde protocollen, met tweewekelijkse controles en jaarlijkse inspecties.

De handhaving van de nieuwe regelgeving wordt streng opgepakt. Gemeenten krijgen uitgebreide bevoegdheden om te controleren en bij niet-naleving kunnen hoge boetes worden opgelegd. In ernstige gevallen kan zelfs sluiting van het gebouw volgen. Voor gebouweigenaren is het daarom van groot belang om proactief te handelen. Het implementeren van adequate brandbeveiliging, inclusief noodverlichting voor veilige evacuatie, is niet alleen een wettelijke verplichting maar draagt ook bij aan de veiligheid van gebruikers en behoud van het gebouw. Bij Masset begrijpen we de complexiteit van deze nieuwe regelgeving en helpen we je graag bij het vinden van de juiste oplossing voor jouw situatie.